Zo’n twee weken geleden bereikte ons het bericht dat Duncan Forsyth, erelid van onze vereniging, niet helemaal wedstrijdfit meer was en dat ook nooit meer zou worden. Die mededeling kwam wel even binnen. Niet zozeer omdat ik een enorm hechte band had met Duncan, maar vooral omdat Duncan er eigenlijk altijd was als het om rugby ging. Iets wat ik mij pas realiseerde toen de bewuste mededeling binnen kwam.

Ik heb een rugbyverleden waarin ik mij van geen Duncan bewust was, maar vanaf het moment dat ik als student mee kon doen bij DTO was Duncan er. Hij had toen al een lang rugbyverleden op zitten. Voor zover ik weet is ie op een gegeven moment aan komen waaien bij de Drienerlo Tex toen hij kwam werken bij Hollandse Signaal in Hengelo. Dat zou overigens ook anders kunnen zijn want dit deel van het verhaal speelt zich af voordat ik ooit een voet op een rugbyveld had gezet (jaren 70).

Duncan heeft voor het rugby in Twente en Enschede in het bijzonder heel veel betekend. Allereerst om de rollen die hij heeft gespeeld: hij is speler, trainer, coach, en scheidsrechter (allemaal zowel bij de senioren als bij de jeugd) geweest, waarbij hij de verschillende rollen ook nog wel eens door elkaar wilde halen, en in ieder geval altijd op geheel eigen wijze vormgaf.

Als scheidsrechter leerde ik hem vooral kennen toen ik bij Hilversum en AAC speelde. Duncan heeft jaren gefloten in de Ereklasse en was daar een populaire scheidsrechter. Dat kwam allereerst natuurlijk omdat hij gewoon een goede scheidsrechter was, maar vooral ook door de wijze waarop hij wedstrijden leidde. Hij was al een coachende scheidsrechter voordat dat gemeengoed werd, onder het motto “voorkomen is beter dan fluiten”, en hij wist “lastige” wedstrijden steeds in goede banen te leiden met zijn gevoel voor humor. Regelkennis en op een fluit blazen zijn vaak niet de belangrijkste gereedschappen van een scheidsrechter.

Eén typerend moment kwam onmiddellijk bij mij naar boven. In een wedstrijd zo rond de eeuwwisseling (ik weet helaas niet meer welke) maakten wij spelers er weer eens een zooitje van (het was in het rugby van die dagen waarbij de ruck een wat losser begrip was dan het gestructureerde spelonderdeel dat het nu is), hetgeen Duncan noopte om toch eens te fluiten. “Accidental rubbish, we’ll have a scrum.”

Na zijn actieve periode als scheidrechter was Duncan nog vaak langs te velden te vinden als scheidsrechtercoach en beoordelaar (belangrijke rollen waar het grootste deel van rugbyend Nederland niet eens weet dat ze bestaan). In die hoedanigheid heeft hij ook jarenlang een belangrijke bijdrage geleverd aan de Amsterdam Sevens. Het is een goed bewaard geheim dat de sterke buitenlandse teams graag deelnemen aan de Amsterdam Sevens omdat er altijd een heel sterk team van scheidsrechters aanwezig is. En die scheidsrechters willen graag deelnemen aan het toernooi omdat de begeleiding van dat team altijd tip-top geregeld is. Ik heb als wedstrijdsecretaris van het toernooi Duncan en zijn collega’s een aantal jaren aan het werk mogen zien en dat was zeer indrukwekkend. We mogen als rugbyers allemaal graag onze mening over het scheidsrechtercorps geven, maar juist daar wordt, gedreven door vrijwilligers, al jaren professioneel gewerkt.

Weer later, toen ik verschillende Twentse jeugdteams mocht begeleiden, kwam ik Duncan weer tegen. Natuurlijk als scheidsrechter, maar ook als hij niet floot was hij steeds aanwezig bij jeugdwedstrijden in de regio. Als toeschouwer, als liefhebber, maar ook als vraagbaak voor begeleiders en voor spelers. Altijd met kennis, altijd met humor.

Gezien zijn enorme bijdrage aan het rugby in Enschede, Twente, en Nederland, was het volkomen terecht dat hij in 2015 door de ALV van onze vereniging als erelid is benoemd.

Maandagochtend kregen we te horen dat Duncan, rustig in bijzijn van familie, overleden was. Op de kaart is te lezen dat hij geboren is in Rugby, Engeland. Ik had daar geen idee van gehad, maar waar anders had zijn wieg moeten staan?

Tenslotte een foto van een wedstrijd tussen NFC en AAC op 17 oktober 2004 te Amstelveen met Duncan als scheidsrechter. Ik weet niet wat hij toen riep, maar waarschijnlijk dacht ie: “accidental rubbish”.